Depressie & Suïcide
Geschiedenis van de Psychiatrie
Psychiatrie is een vrij jonge "tak" binnen de geneeskunde. Professor Johann Christian Reil noemde het genezen van de geestelijk gezondheid pas psychiatrie in 1808. Het woord psychiatrie komt van het griekse "psyche" wat ziel of geest betekent en "iatros" wat dokter betekent. Vroeger werden mentale problemen en stoornissen gezien als iets bovennatuurlijks en het is dus ook niet raar dat exorcisme een hele populaire geneeswijze was. Mensen waren heel gelovig en als anderen zich raar gedroegen werd men al snel verdacht van hekserij of bezetenheid.
De eerste echte psychiatrische ziekenhuis kwamen pas in de achtiende eeuw, voornamelijk in de middeleeuwse Islamitische wereld.
De ziekenhuizen werden voornamelijk gebaseerd op de longziekenhuizen die men voor TBC oprichtten. De frisse lucht, de structuur en de rustgevende omgeving (van vaak bossen) zou helpen tegen geestelijke ziekten, net als in eerste instantie bij TBC het idee was. Totdat men ontdekte dat TBC werd veroorzaakt door een bacterie en dat je dus mensen kon genezen met peniciline. Het oudste ziekenhuis dat door moet gaan voor een psychiatrisch ziekenhuis in Europa bestond immers al in 1247 en is in 1330 uitgegroeid tot ziekenhuis waar zij in 1350 de eerste psychiatrische patiënten opnamen.
De ontwikkeling van de moderne psychiatrie begon immers pas in de zeventiende/achtiende eeuw. In de negentiende eeuw werden de behandelingen iets humaner en werd "psychiatrie" pas echt een erkend vak. Medicatie kwam pas in de 20e eeuw, toen men de biologie achter de stoornissen steeds beter begon te begrijpen en medicijnen konden worden ontwikkeld als behandeling voor verschillende psychiatrische stoornissen. De "bacterie" ofwel de oorzaak van psychiatrische aandoeningen is immers nog niet gevonden. Genezen kan wel, maar men weet niet waarom de ene behandeling bij de ene persoon wel werkt en bij een ander niet.
De basis voor het classificatiesysteem zoals dat nu gebruikt wordt (DSM-IV), werd opgezet in 1896 door Emile Kraeplin. De eerste echte grondlegger van de psychotherapie komt een jaar later van Sigmund Freud. Tot op heden is psychotherapie een van de meest gebruikte therapieën binnen de psychologie en de psychiatrie. Freud legt het onderbewuste uit met termen als identiteit, ego en superego. Jaren later wordt zijn werk nog gebruikt voor het vernieuwen van de opvattingen en het ontwikkelen van psychotherapie. (Door bijvoorbeeld Carl Jung).
Eugene Bleuler gebruikt de term "schizophrenia" voor het eerst in 1911. En in 1937 ontdekt men voor het eerst een soort medicijn voor het stimuleren van de concentratie. Niet veel later blijkt dat Lithium mensen kan kalmeren. Schizofrenie is ook één van de bekendste psychiatrische stoornissen en tot op heden ook een van de stoornissen die we gemakkelijker kunnen constateren dan andere, nog onbekende stoornissen.
Electro convulsie therapie ontstaat voor het eerst in 1938, maar de echt grote doorbraak komt in 1951 op het gebied van medicatie. In dat jaar ontdekt men antipsychotica. Psychiatrische ziekenhuizen beginnen daarna iets meer leeg te lopen aangezien mensen zodanig verbeteren dat ze weer terug kunnen naar hun familie. In 1971 wordt de CAT scan uitgevonden, waardoor dokters de hersenen kunnen bekijken en deze met elkaar kunnen vergelijken. Cognitieve gedragstherapie, wat op dit moment nog steeds een erg populaire behandeling is, werd ontdekt in 1975.
Hoe dichter we bij het heden komen des te meer werd er uitgevonden op het gebied van "technologie", zoals de CT scan, MRI en de PET scan. Deze scans zorgen ervoor dat er veel specifieker naar medicatie of behandelingen kan worden gezocht voor het individu en de eventuele aandoening die speelt. Met de PET scan ontdekte men dat er sommige stoffen missen bij mensen die een bepaalde stoornis hebben, zoals serotonine/dopamine bij depressie. Vanaf dat moment worden er dus ook in een hoger tempo medicijnen gevonden die kunnen helpen, zoals Prozac.